Vergelijkende test / AUDI R8 PLUS // HONDA NSX // MCLAREN 570S : The wild bunch

Het probleem met clichés is dat ze waar zijn. Geen van deze drie supersportwagens is een verliezer. De NSX profileert zich als de wegbereider die met zijn hybride concept de nabije toekomst van de tegenpartij schetst en dat dwingt respect af. Van McLaren bijvoorbeeld is geweten dat ze zullen volgen. Het is geinig om te voelen hoe die elektromotoren de neus commanderen en ja, de NSX ligt als een rots op de weg en eist zijn plek op. Maar zijn stroomboost rijdt de andere niet op achterstand. Zuiniger? Helaas niet. Als enige kan je er wel geruisloos mee door de dorpskern, om in je achteruitkijkspiegel gade te slaan hoe de terrasgangers recht­veren tijdens de passage van de R8 en 570S. Brons dus voor de Japanner, een plak die we vooraf eigenlijk voor de Audi hadden klaar­gelegd. Maar die vergeet niet te verrassen. Is polyvalentie het hoofdcriterium, dan wint hij zelfs. Pook zijn V10 en hij spuwt barbaarsheid uit. Tegen mokersnelheden straalde hij het meest vertrouwen uit. Er zit een GT in de R8, evenals een hooligan die als luidste van het gezelschap zijn strot schraapt. Een IT-hooligan, bedoelen we, want digitaal kan deze TT in worstelaarspak helemaal mee. En toch. Als we één set sleutels op zak mochten houden, dan die van de McLaren. Niet dat hij perfect is, daarvoor lijdt hij iets teveel onder zijn zenuwen, met spoorgevoelige reacties en een levendig stuur als resultaat. Maar telt de emotionele beloning, dan was die het grootst in de 570S.

De Honda ontgoochelde me. Op vele vlakken indrukwekkend, maar de hybride technologie lijkt me eerder een statement dan een meerwaarde, ook gezien het torenhoge verbruik. Waarom niet al die kilo’s dumpen en met minder onderdelen een puurder resultaat bereiken? Hij vergeet te begeesteren, ik ben de NSX alweer bijna vergeten. De Audi en de McLaren niet. Voorál de McLaren niet. Een beestachtige baanraket, in alle opzichten, ook in de uitmuntende aankleding van de cockpit. Rijden met deze 570S is een belevenis op zich. En daar draait het helemaal om.