En toch zijn de gelijkenissen groter dan de verschillen. Omdat het sportieve roadsters zijn, natuurlijk. Maar vooral omdat ze beduidend milder geworden zijn dan de wagens die ze opvolgen. Zo zocht BMW voor deze intussen alweer tweede Z4-generatie niet enkel zijn toevlucht tot een uit aluminium vervaardigd plooidak, maar opteerde het tevens voor een vergevingsgezindere onderstelset-up en een luxueuzere interieuraankleding. Niet geheel toevallig kwam het ontwerp van zowel de cockpit als van het koetswerk in vrouwelijke designhanden terecht. De Z4 erft weliswaar het dramatische lijnenspel van de nog door Chris Bangle getekende voorganger, maar de ruwe kantjes werden weggeslepen en de scherpe hoekjes bijgevijld. Nissan volgt een gelijkaardige route door het Z-dna te kruisen met dat van de chiquere Infiniti G37.
Beide zijn rijdend bewijs dat cabriorijden niet altijd voor mietjes is.