Vergelijkende test / JAGUAR F-TYPE V6 S ROADSTER // PORSCHE 911 CARRERA 4S CABRIOLET : Zinvol geweld

Valse bescheidenheid, daar moeten ze bij Jaguar niet van weten. Met de F-Type heeft Coventry niet zomaar een steengoede sportwagen willen maken, maar eentje die met priemende blik in de kikkerkijkers van de Porsche 911 durft staren. Ogen vol vuur, brandend van ambitie. Dat moet ook, als je dergelijk historisch beladen naamplaatje op de billen van je nieuwe baby nagelt. Van de C- over de D- tot de E-Type, telkens hebben we het over legendarische Jaguar-modellen. Meervoudige Le Mans-winnaars, in modellenlijfjes verpakte geweldenaren, snelheidsmonsters. Mooi, maar meedogenloos. Nu zou de F-Type niet de eerste zijn die bezwijkt onder de loodzware druk van zijn voorouders. Geen lastigere strijd dan die tegen de geschiedenis, want doorgaans zijn de jaren mild voor domme uitschuivers en kleine kantjes uit het verleden. Zo associëren we Ferdinand Porsche liever met de Volkswagen Kever, de Auto Unionracers of de 356 dan met de gemene V1- bommen die zoveel burgerslachtoffers maakten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Of met de door zijn zoon Butzi geschetste 911, al een halve eeuw de absolute koning in sportwagenland. Velen voelen zich geroepen, maar vooralsnog blijft de Neunelfer de uitverkorene. De standaard waaraan de concurrentie zich spiegelt, de op een eenzame hoogte liggende lat waar ze over moeten springen. Maar wie niet waagt, niet wint.